Schoof: kabinet laat de oren niet hangen naar partijleiders

Politiek
zaterdag, 07 september 2024 om 6:29
anp 506973783

Het kan niet zo zijn dat de partijleiders van de coalitie bepalen wat het kabinet gaat doen. Dat zegt Dick Schoof in zijn eerste grote kranteninterview als premier met De Telegraaf. Hij kwam als lid van de PvdA "aan de rechterkant" te zitten om de zaken die hij meemaakte als ambtenaar bij de inlichtingendienst AIVD en bij de immigratiedienst IND.

"Het kabinet neemt besluiten. Ik kan me goed voorstellen dat er in sommige gevallen - juist bij hele gevoelige onderwerpen als rechtsstatelijkheid en migratie - gesondeerd wordt. Maar uiteindelijk is het aan het kabinet, niet aan individuele fractievoorzitters en ook niet aan individuele ministers om dat langs individuele lijn met elkaar af te doen", antwoordde Schoof op de vraag of ministers geen besluiten nemen zonder dat ze met hun partijleider hebben gesproken.

Ook voor PVV-fractievoorzitter Geert Wilders en NSC-fractievoorzitter Pieter Omtzigt zijn er "geen extra stoeltjes aan de kabinetstafel", zoals de interviewers het formuleerden in hun vraag. Schoof: "Dat zijn ontzettend flauwe opmerkingen. Dat is niet respectvol naar deze premier, denk ik. Het is echt ongepast om het etiket op te plakken alsof zij constant zitten mee te regeren."

Over zijn PvdA-periode zei hij: "Ik denk dat ik door de verschillende banen die ik had toch wel al aan de rechterkant van de Partij van de Arbeid zat. En dat bij mij een grote mate van realisme is ingetreden." Zijn periode bij de IND vormde hem wat betreft migratie. "Ik zag de twee kanten van de medaille. Vluchtelingen die echt met doodsnood waren vertrokken en hier vast kwamen te zitten in een asielsysteem dat helemaal vastliep. Toen al. Maar je zag ook de andere kant: de mensen die een beter leven zochten en zaken liepen te manipuleren."

Migratie en wonen zijn de punten waar de premier echt resultaat wil bereiken. "Ook wil ik proberen om mensen een beetje bij elkaar te brengen, kijken of we een beetje met elkaar overweg kunnen. Mensen hebben intrinsiek geen hekel aan elkaar." Schoof pleitte ervoor tegenstellingen in standpunten niet uit te vergroten. "Dat is een risico in onze samenleving."

Een kabinet-Schoof II zou volgens hem "heel gek" zijn. "Ik ben een partijloze premier. Als dit kabinet de rit uitzit of valt, doe ik vervolgens niet mee met de verkiezingen. Ik hoop dan inmiddels 71 te zijn. Het zou heel raar zijn als ze na nieuwe verkiezingen opnieuw geen kandidaat vinden uit hun eigen midden."