De vredesmissie van de Verenigde Naties in Oost-Congo heeft niet alleen gefaald, de operatie verergert de humanitaire crisis in het gebied. Dat blijkt uit een niet-gepubliceerd VN-rapport waarover The New York Times de beschikking heeft gekregen. "Niets lijkt te werken," is de samenvatting die de Amerikaanse krant van het rapport geeft. "Recente militaire operaties om rebellen te verdrijven zijn grotendeels mislukt en hebben geleid tot wijdverspreide bloedbaden en schendingen van de mensenrechten." Het Congolese leger blijft zelf wapens leveren aan rebellengroepen die goud en andere mineralen ter waarde van vele miljoenen, Congo blijven uitsmokkelen. Het rapport geeft nieuwe details over een uitgebreid crimineel netwerk in het oosten van Congo, waarin de rebellen een hoofdrol spelen en ook sprake is van dubbel spel van Spaanse liefdadidigheidsorganisaties, van Oekraïnse wapenleveranciers, van corrupte Afrikaanse ambtenaren en zelfs geheimzinnige Noord-Koreaanse wapenleveranties. De VN-vredesmissie Monuc is de grootste en duurste ter wereld, met 25.000 militairen en een jaarlijks budget van 1 miljard dollar. Volgens het rapport beschikken de Hutu-rebellen van het FDLR over steunpunten in 25 landen, waaronder Frankrijk, Duitsland en België (zie tweede link). De oorlog in het midden van Afrika staat inmiddels bekend als 'de ergste oorlog sinds de Tweede Wereldoorlog' (zie derde link).
Bron(nen): The New York Times De Standaard Welingelichte Kringen