Het is vreeslijk in de Hoorn van Afrika. Dat betwist de Frankfurter Allgemeine niet. Maar de hulporganisaties zijn volgens de krant niet de oplossing, maar eerder het probleem. Neem het belangrijkste vluchtelingenkamp van Kenia. Gebouwd door de VN, maar vervolgens op de markt gebracht door tientallen westerse hulporganisaties. Die moeten er allemaal zijn, zodat het thuisfront (de mensen die storten) zie hoe belangrijk ze zijn. Zelf doen die hulporgnisaties vervolgens niet veel meer dan hun concessie verpachten aan plaatselijke mensen. Aangeduid als 'our local staff', maar feitelijk onderaannemers. Die het overigens ook niet altijd zelf doen. Sommige activiteiten worden zeven keer doorverhuurd. Met zeven strijkstokken. En soms leiden die tientallen hulporganisaties naar een onderaannemer die het plaatselijke monopolie heeft. En dan zijn er de oorlogsgebieden. Daar moet, als je als hulporganisatie wilt kunnen werken, een substantieel deel van de hulp naar de strijdenden partijen. Die zodoende al hun aandacht kunnen richten op de oorlog: het eten van de manschappen wordt betaald en bezorgd door wersterse weldoeners. Weet je nog van het niet bestede geld van de tsunami? En van het verdwenen geld van Haïti?
Bron(nen): Frankfurter Allgemeine Zeitung