10 dingen die je beter niet tegen kinderen kan zeggen

Samenleving
woensdag, 15 januari 2014 om 10:30
welingelichtekringen header 1
Onderzoek heeft uitgewezen dat een aantal van de meest gebruikte zinnen om kinderen te bemoedigen juist een averechts effect hebben. Ondanks de goede bedoelingen achter de zin, kan het kinderen ontmoedigen of zelfs het zelfvertrouwen ondermijnen. Hieronder volgt een lijst met tien zinnen die je het beste niet tegen je kinderen kunt zeggen. Ook staat er voor elke ‘foute’ zin een alternatief om toch je kind aan te moedigen.
  1. ‘’Goed gedaan!’’
    Het probleem met deze zin is dat die regelmatig gebruikt wordt, en vaak voor dingen waar het kind nauwelijks moeite voor hoeft te doen. Zo leer je het kind aan dat dingen enkel goed zijn, zodra papa en mama zeggen dat het goed is. Je kunt beter zeggen, ‘’Daar heb je echt goed je best op gedaan!’’ Hier wordt de nadruk meer gelegd op de moeite die het kind heeft gedaan, en leert het kind dat de moeite belangrijker is dan het eindresultaat.
  2. ‘’Goed zo, meisje/jongen!’’
    Hierdoor krijgen kinderen het idee dat ze alleen iets ‘’goed’’ hebben gedaan, omdat ze hebben gedaan wat de ouder vraagt. In plaats daarvan kan je beter zeggen: ‘’Ik vind het fijn als je meewerkt!’’ Dit geeft het kind echte informatie van wat je van ze verwacht, en hoe hun gedrag jouw ervaring beïnvloedt.
  3. ‘’Wat een mooie tekening!’’
    Zodra je kinderen een compliment geeft over hun tekening, krijgen zij de kans niet om hun eigen werk te evalueren. Je kunt daarom beter dingen van de tekening waarnemen, “Ik zie allemaal mooie kleuren, wat heb je allemaal getekend?”. Doordat je geen algemeen compliment geeft, krijg het kind zelf de kans om zijn werk uit te leggen en te beoordelen.
  4. ‘’Hou op, of anders!’’
    Een kind bedreigen is bijna nooit een goed idee. Ten eerste leert het kind onbewust dat ze met agressie kunnen krijgen wat ze willen, ook als de andere persoon niet mee wil werken. Ten tweede zet je jezelf in de ongemakkelijke positie om je dreigement door te voeren, of om dit niet te doen waardoor je je kind leert dat dreigementen geen betekenis hebben. In plaats van te dreigen kan je beter alternatieven opperen. “Als je graag op iets wil slaan, doe je dat maar op een kussen, of op je bed.’’ Door een alternatief voor te stellen ontken je de gevoelens van het kind niet, maar geef je wel een betere oplossing.
  5. ‘’Als jij ___ doet dan zal ik je ___ geven.’’
    Kinderen omkopen werkt zowel destructief als demotiverend voor kinderen. Omdat ze zo leren dingen te doen in ruil voor een beloning. Uiteindelijk krijg je dan kinderen, die op alles reageren met, ‘’Ik ga mijn kamer niet opruimen, tenzij jij Lego voor me koopt!’’. Je kunt daarom beter proberen om je kinderen te motiveren. ‘’Heel erg bedankt dat je me hebt geholpen op te ruimen!’’ Als je je kinderen oprecht bedankt worden kinderen automatisch gemotiveerd op vaker te helpen.
  6. ‘’Jij bent zo slim!’’
    Als je je kind vertelt dat hij slim is, geef je ze het gevoel dat ze alleen slim zijn als ze een bepaald cijfer hebben gehaald, of als ze een doel hebben bereikt. Dit werkt demotiverend, waardoor ze grotere uitdagingen uit de weg gaan, omdat ze dan het risico lopen om niet meer slim gevonden te worden. Je kunt kinderen beter vertellen dat je de moeite die ze hebben gedaan erg waardeert. Door de aandacht te focussen op de moeite in plaats van het resultaat, laat je het kind zien wat echt telt.
  7. ‘’Niet huilen.’’
    Door dit te zeggen beweer je dat hun gevoelens niet terecht zijn en dat tranen onacceptabel zijn. Hierdoor leer je het kind de emoties op te kroppen, wat waarschijnlijk zal leiden tot meer explosieve emotionele uitbarstingen. Probeer daarom dingen te zeggen zoals: ‘’Het is oké om te huilen. Iedereen huilt soms, en ik ben hier om naar je te luisteren.’’ Je moet proberen hardop te vertalen waarom het kind huilt, waardoor je het kind ook leert om te verwoorden wat het dwars zit.
  8. ‘’Ik beloof…’’
    Gebroken beloftes doen pijn. En omdat het leven niet voorspelbaar is, is het aan te raden om geen beloftes te maken. Probeer daarom altijd eerlijk te zijn tegen je kind. ‘’Ik weet dat je graag met haar wil spelen dit weekend, en ik zal mijn best doen om dat te regelen. Maar dat lukt niet altijd, dus ik kan niet garanderen dat het dit weekend al zal zijn.’’ Uiteraard is het vervolgens wel belangrijk dat je ook daadwerkelijk je best doet om hier voor te zorgen.
  9. ‘’Het is niet belangrijk!’’
    Dingen die voor volwassen mensen onbelangrijk zijn, kunnen voor een kind juist heel belangrijk zijn. Probeer daarom altijd de gevoelens van het kind te begrijpen, zelfs als je het helemaal niet eens bent met hun mening.
  10. ‘’Waarom heb je dat gedaan?’’
    Als je een kind vraagt waarom ze iets hebben gedaan, dwing je ze om hun gedrag te analyseren. Dit is moeilijk, zelfs voor volwassenen. Je kunt daarom beter proberen te raden wat het kind voelde op dat moment, en door hun gevoelens te begrijpen, kan je hun acties ook beter begrijpen.
Bron(nen): Lifehacker