DEN HAAG (ANP) - Vorig jaar namen 369 mensen contact op met het Huis voor Klokkenluiders vanwege het vermoeden van een misstand op werk. Dat is een toename van ruim 50 procent vergeleken met het jaar ervoor (243), meldt de instantie maandag in haar jaarverslag.
De toename van het aantal mensen dat naar het Huis voor Klokkenluiders kwam, komt onder meer doordat de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) vorig jaar inging. Ook media-aandacht voor misstanden, zoals over de belangenverstrengeling bij de Omgevingsdienst IJsselland, leidde ertoe dat meer mensen de klokkenluidersinstantie opzochten. Verder viel het op dat er vorig jaar meer (politieke) ambtsdragers, leidinggevenden, vertrouwenspersonen en zzp'ers tussen de melders zaten dan in eerder jaren.
Mensen klopten aan bij het Huis om vermoedens van misstanden over de omgang met bedrijfsgeheimen en persoonsgegevens, fraude of het overtreden van veiligheidsvoorschriften. Ook kwamen er, net als in 2022, veel meldingen binnen over sociale (on)veiligheid en grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer.
"Degenen die bij ons een probleem aankaartten, benoemden vaak het gedrag van de top van hun organisatie als onderdeel van dat probleem" zegt voorzitter Wilbert Tomesen. "Zodra werkgevers, met toestemming van een melder, weten dat het Huis meekijkt met de wijze waarop met een melding wordt omgegaan, is alleen dat al vaak een trigger om nog eens extra goed naar de zaak te kijken."
Van de 369 adviesverzoeken zijn er 37 aangeduid als daadwerkelijke 'klokkenluiderszaak'. In deze gevallen constateerde het Huis dat er een redelijk vermoeden was van een misstand die het maatschappelijk belang raakt. Deze zaken speelden vooral in de zorg, het onderwijs en binnen gemeenten. Maar er kwamen ook melders uit de academische wereld, vanwege zorgen over de aantasting van de academische vrijheid.
In deze klokkenluiderszaken, heeft de melder vaak op werk al last van pestgedrag, sociale isolatie, intimidatie, beëindiging van het dienstverband of bedreiging. "Wanneer melders ons benaderen, hebben zij vaak al een conflict met de werkgever. We denken dan uiteraard mee hoe we ze dan nog het beste kunnen helpen, maar het beperkt onze ruimte om nog te kunnen interveniëren. Hoe eerder mensen bij ons komen met een vermoeden, hoe beter we ze kunnen helpen om tot een goede afhandeling te komen", zegt Tomesen.