Aanvullende zorgverzekeringen dreigen op termijn te verdwijnen. Daardoor bestaat het risico dat bepaalde zorg straks niet langer tegen een redelijk bedrag verzekerbaar is, waarschuwt De Nederlandsche Bank (DNB).
Veel Nederlanders nemen eigenlijk alleen nog een aanvullende polis als ze verwachten van die extra zorg gebruik te maken. Sommige polissen zijn nu al verlieslatend voor verzekeraars. Die zien zich genoodzaakt de dekking ervan te verkleinen of een andere medische selectie toe te passen.
Nog altijd hebben ruim vier van de vijf verzekerden naast hun basisverzekering ook een aanvullende verzekering. Maar tien jaar terug ging het nog om meer dan negen op de tien. Verder kiezen steeds meer mensen voor een hoger eigen risico om hun persoonlijke verzekeringslasten te drukken.
DNB dringt bij de branche aan op een kritisch onderzoek naar manieren om het bedrijfsmodel van de verzekeraars toekomstgerichter te maken. Een idee zou bijvoorbeeld kunnen zijn om meerjarige aanvullende verzekeringen te gaan aanbieden. Dat kan voor verzekeraars handig zijn bij het doen van investeringen.
In een rapport van de toezichthouder worden meerdere zaken genoemd die extra aandacht vereisen. Zo gaan de totale zorgkosten in Nederland door de vergrijzing de komende jaren naar verwachting fors omhoog. Dit vraagt om scherpe keuzes, bijvoorbeeld als het gaat om het inkopen van zorg.
Wat verder opvalt is dat zorgverzekeraars moeite hebben met het correct inschatten van hun inkomsten en uitgaven. Dit komt onder meer doordat ziekenhuizen traag zijn met het indienen van declaraties. Bij de verzekeraars kunnen schadejaren soms pas met een vertraging van twee tot drie jaar worden afgerekend. DNB pleit ervoor dat dit hele proces sneller gaat plaatsvinden.
Een ander punt dat wringt is de gereguleerde marktwerking waarbinnen zorgverzekeraars opereren. Zo mogen de verzekeraars nog altijd geen winst uitkeren aan investeerders. Dat maakt het volgens DNB lastiger voor hen om kapitaal van buiten te kunnen aantrekken.