De leider van terreurgroep Islamitische Staat, Abu Bakr al-Baghdadi, is op 18 maart ernstig gewond geraakt door een luchtaanval in Irak, niet ver van de grens met Syrië. Hij verkeerde een tijdje in levensgevaar en gaat sindsdien langzaam vooruit. Hij heeft sinds de aanval niet meer de dagelijkse leiding over IS.
Dat meldde de Britse krant The Guardian dinsdag op basis van meerdere bronnen. Een belangrijke adviseur van de Iraakse regering zegt ook dat al-Baghdadi gewond is geraakt. Na de aanval zouden andere IS-kopstukken bijeen zijn gekomen om te praten over opvolging van al-Baghdadi.
De internationale coalitie zou op 18 maart een konvooi met drie auto's hebben aangevallen. Daarbij zouden drie mensen om het leven zijn gekomen. De aanval zou zijn uitgevoerd in de Koerdische provincie Nineveh. Al-Baghdadi zou zich daar schuilhouden, in een gebied dat zowel Saddam Hoessein als de Amerikanen nooit onder controle hebben gekregen.
In december zou al-Baghdadi een luchtaanval hebben overleefd. Hij zou toen met twee auto's in de buurt van de stad Mosul hebben gereden. Een naaste medewerker kwam om, de auto van al-Baghdadi werd niet geraakt.