4000 'anti-Israëlische poppen' zouden door de Israëlische douane in de haven van Haifa zijn geconfisqueerd. De poppen zijn uitgedost als Palestijnse stenengooiers en gekleed in de kleuren van de Palestijnse vlag. Op de Arafat-sjaaltjes staan Arabische teksten als 'Jeruzalem is van ons' en 'Jeruzalem, we komen eraan'. Hoofd van de douane in Haifa, Doron Samara, stelt dat de poppen uit de Verenigde Arabische Emiraten komen en 'bedoeld waren voor de Palestijnse Autoriteit'. Volgens Samara is het verboden dit soort poppen te importeren. In zegt de Israëlische onderminister van Buitenlandse Zaken Tzipi Hotovely dat de poppen op weg waren naar de Palestijnse Autoriteit 'met maar één doel, namelijk het mentaal vergiftigen van onschuldige kinderen. De Palestijnen leren hun kinderen op elke mogelijke manier over haat en geweld'. Het is volgens The Guardian niet bewezen dat de poppen bedoeld waren om naar de Palestijnse Autoriteit verscheept te worden. In ieder geval gaan ze daar niet meer naartoe. Hotovely heeft de opdracht gegeven de poppen over de wereld te verspreiden en vooral in landen te laten zien die geld geven aan de Palestijnen. Hotovely: 'Totdat er een radicale verandering wordt aangebracht in het Palestijnse onderwijssysteem kunnen we geen dialoog met onze buren aangaan'.