Het debat over de aanslagen in Brussel donderdag was volgens premier Mark
Rutte ,,goed en fair''. Hij zei dat na afloop van de vergadering, waarin justitieminister Ard van der Steur een motie van wantrouwen aan zijn
broek kreeg. Die werd niet gesteund door een Kamermeerderheid.
Rutte zei dat iedere minister ,,te maken krijgt met moties van wantrouwen en afkeuring. Zelf heb ik er ook een paar overleefd. Dat hoort op zich bij het parlementaire werk.''
Waar het volgens Rutte om gaat, is de inhoud van het debat. ,,Ik denk dat in deze zaak de diensten hebben gedaan wat ze moesten doen maar dat we wel moeten vaststellen dat we lessen kunnen trekken.'' Dat betekent onder meer dat de afspraken met de Turken goed moeten worden vastgelegd en dat heeft Van der Steur ook allemaal benoemd, aldus Rutte.