De komst van Oekraïense vluchtelingen naar Nederland neemt af. In de eerste drie maanden van dit jaar kwamen volgens het CBS nog zo'n 9200 Oekraïners naar ons land toe. Dat was het laagste aantal sinds Rusland de oorlog tegen het buurland begon, meldt het statistiekbureau.
Het Russische leger viel Oekraïne vorig jaar binnen op 24 februari. Van de Oekraïners die daarop het oorlogsgeweld ontvluchtten, vestigden zich er in het eerste kwartaal van 2022 zo'n 25.000 in Nederland. Daarmee vormden Oekraïners 30 procent van het totale aantal immigranten dat in die periode naar ons land kwam.
Terwijl het aantal Oekraïense vluchtelingen begin dit jaar daalde, nam de immigratie vanuit andere landen juist toe. Maar ook de emigratie steeg: meer mensen vertrokken uit Nederland dan in dezelfde periode een jaar eerder. Onder hen zijn ook Oekraïners die terugkeren naar hun land. Per saldo kwamen er in de eerste drie maanden van 2023 zo'n 35.000 inwoners bij door migratie. Dat zijn er 18.000 minder dan in het eerste kwartaal van 2022.
Dat meer mensen naar Nederland komen dan er naar het buitenland vertrekken, is de enige reden dat de bevolking nog groeit. Uit de CBS-cijfers komt naar voren dat in het eerste kwartaal meer mensen zijn overleden dan er werden geboren. Dat is al een paar jaar het geval.
Oekraïners vormen volgens de woensdag verschenen cijfers wel nog steeds de grootste groep van alle mensen die hierheen komen. Andere grote groepen zijn Syriërs (ongeveer 3900 mensen in het eerste kwartaal), Turken (ongeveer 2800 mensen) en Indiërs (zo'n 2100 mensen). Van de EU-inwoners die zich in Nederland vestigden, vormden Polen de grootste groep met zo'n 2600 immigranten.