China heeft het grootste (milieu)vervuilingsprobleem ter wereld, en het wordt alleen maar erger aangezien de ongebreidelde industrialisatie doordendert. Veel van de vervuiling is gekoppeld aan kolenmijnbouw en energieopwekking, maar de bronnen van giftige stoffen zijn legio. Terwijl lucht- en waterverontreiniging overduidelijk zichtbaar en alomtegenwoordig zijn, bevindt de grootste opeenhoping van gif zich onder de grond in China, waar enorme lappen land zijn vervuild met zware metalen en arsenicum, wat vrij komt bij de mijnbouw naar koper, goud en andere mineralen. Ongeveer 70% van de arsenicum in de wereld bevindt zich in China. Dit heeft ijselijke consequenties voor de voedselproductie en menselijke gezondheid. Naast het hoogste kankercijfer heeft China ook het hoogste aantal geboortegebreken. Niemand twijfelt eraan dat dit een gevolg van verontreiniging is. De vervuilde grond brengt de gifstoffen via de landbouwprodukten op de eettafel, waar de bevolking ze onwetend verorbert. Waar leidt dit toe? Moeten Chinese ouders hun kinderen in de toekomst gaan vertellen hun groente vooral niet op te eten? Dit lijkt onvermijdelijk. De landbouw is niet alleen slachtoffer, maar ook dader, want ook het overdadige gebruik van landbouwgif draagt bij tot de omvangrijke bodemvervuiling. Hoe ernstig het probleem ook, de schatting dat de verontreiniging van de landbouwgrond hard op weg is naar de 40%, zal vermoedelijk nog lange tijd onder de Chinese pet worden gehouden.