Ouders die willen weten of ze hun kind naar een goede basisschool sturen kunnen beter naar de Cito-scores over meerdere jaren kijken. De gemiddelde Cito-score in één jaar hangt slechts voor een deel samen met de kwaliteit van een school. Verschillen in achtergrond van leerlingen, toevallige uitschieters van jaar tot jaar en de prestaties van klasgenoten verklaren voor een groot deel verschillen tussen scholen.
Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in een onderzoek dat dinsdag is verschenen. Een vijfde van de verschillen in de Cito-scores is toe te schrijven aan de achtergrond van de leerlingen, zoals het opleidingsniveau van hun ouders. Verder kunnen veel scholen die het ene jaar slecht scoren, het volgende jaar een stuk beter presteren: van de slechtst presterende scholen zit een jaar later nog maar een kwart weer in die groep. Van de beste scorende scholen, staat een jaar later ruim een derde nog in de top.
Ook de andere leerlingen in een klas spelen een rol: als een minder slimme leerling veel slimme klasgenoten heeft, kan hij zich gemakkelijker aan hen optrekken. De onderzoekers vonden geen eenduidige samenhang tussen de prestaties van een school en het aandeel schoolgenoten met een migratieachtergrond.
Het ministerie van Onderwijs had om het onderzoek gevraagd omdat beleidsmakers graag willen weten waar ze rekening mee moeten houden als ze scholen beter willen maken. Daarbij is het van belang om te weten in hoeverre de prestaties samenhangen met het soort leerlingen dat op een school zit of met de kwaliteit van het onderwijs.