Twintig jaar geleden waren er geen autisten. Of bijna niet. OM precies te zijn: een op de tweeduizend kinderen was het. Nu zijn er heel veel autisten. Een op de honderd kinderen (in de VS) en is er zelfs een bioscoop hit gemaakt, over een ziekte waarvan vroeger amper iemand had gehoord. Er zijn verschillende verklaringen (bijvoorbeeld: het ligt aan inentingen, of aan het voedsel, of aan mannen in witte pakken), maar de werkelijkheid is simpeler. In DSM4, het wereldwijde systeem dat psychiaters gebruiken om diagnoses te stellen is de definitie 15 jaar geleden veranderd. En ineens vielen kinderen die vroeger excentriek zouden heten, of bijzonder, in de prijzen. Voor die kinderen heeft dat wel een paar voordelen (als ze echt ergens last van hebben) en dat is veel betere toegang tot budgetten om iets aan hun probleem te doen Dat is overigens ook prettig voor de instituten die die budgetten mogen besteden en die dus geen bezwaar zullen hebben tegen de epidemie. Maar er kleven voor kinderen met de ziekte ook wel wat nadelen aan de plotselinge uitbraak. 1) het stigma, 2) het verminderde zelfvertrouwen en 3) ze moeten allerlei behandelingen ondergaan die ze vroeger, toen ze nog normaal waren, niet hoefde te ondergaan. Binnenkort komt de nieuwe uitgave van DSM, DSM5, dus er staan nieuwe epidemieën van psychische kwalen op uitbreken.