De tweedeling tussen hoog- en laagopgeleiden neemt toe in Nederland, concludeerde het SCP onlangs. Ze wonen steeds vaker in eigen wijken, bezoeken eigen scholen en sportclubs. En dat is voor de
kinderen van de rijkere hoogopgeleiden erg fijn, want hoewel ze weinig baat hebben bij dure spullen, hebben ze wel veel voordeel van hun dure woonwijk. "Tientallen jaren van sociaal-wetenschappelijk onderzoek maken duidelijk hoe belangrijk de buurt is waar kinderen opgroeien dus een wijk '
kopen' is zo ongeveer het belangrijkste dat je kan doen voor je kind," zegt Ann Owens, socioloog aan de universiteit van Zuid-Californië, in "Het is niet bewezen dat het kopen van al die andere dingen ook uit maakt, maar een huis in een goede buurt biedt enorme voordelen." Dat komt met name doordat in betere wijken ook betere scholen staan waar de betere leraren graag willen werken. Er is betere kinderopvang en wat uiteraard ook meespeelt, is de sociale omgeving: allemaal keurige meisjes en jongetjes dus weinig kans op 'verkeerde vrienden'. En die verschillen tussen wijken worden in de VS alleen maar groter, zo concludeert Owens (en het SCP in Nederland). Tussen 1990 en 2010 is de tweedeling in woonwijken voor Amerikaanse gezinnen met kinderen met 20 procent toegenomen. Dat is onder meer een gevolg van een toegenomen inkomensongelijkheid. Rijkere gezinnen hebben steeds meer geld om de beste buurten uit te kiezen. Als je meer gemengde wijken wil, wat volgens onderzoek beter is voor minderheden en armere scholieren, moet je niet proberen de wijken gemengder te maken, zo stelt Owens, maar juist de scholen. Daardoor verliezen de scholen hun exclusiviteit en is er minder reden voor rijke ouders om naar de dure buurten te verhuizen.