Mensen in nood een helpende hand bieden, het is voor de meeste Noord- en Oost-Europese landen bepaald geen vanzelfsprekendheid. Een klein, relatief arm landje in het zuiden van Europa neemt wél graag zijn verantwoordelijkheid en ziet vooral kansen. Het is
Portugal dat bereid is maar liefst 10.000
vluchtelingen op te vangen. Klein probleem: ze willen niet komen. De zon schijnt in Portugal in overvloed, het eten is er heerlijk en ze zijn nog welkom ook, toch willen de meeste vluchtelingen liever naar Duitsland, Nederland of Scandinavië, waar ze letterlijk en figuurlijk in de kou komen te staan. De socialistische premier Antonio Costa heeft aangegeven dat zijn land minimaal 10.000 vluchtelingen wil opnemen, veel meer dan het EU-quotum van 4.500, maar tot nu toe zijn er slechts 150 op het aanbod ingegaan. Dat komt onder meer doordat veel vluchtelingen simpelweg nooit van Portugal hebben gehoord. Ze gaan liever naar landen die ze kennen. Daarbij blijven mensensmokkelaars asielzoekers maar wijsmaken dat er in Scandinavië en Duitsland een mooi huis op hen wacht. Dat het in werkelijkheid om een tent gaat, daar komen ze pas later achter. Portugal wil nu via een informatiecampagne in Griekse opvangcentra vluchtelingen overtuigen om te komen. Het land verkeert nog altijd in een economische crisis en de Portugezen emigreren van oudsher makkelijk. De afgelopen vier jaar hebben dan ook een half miljoen mensen het land verlaten. Daarnaast is het geboorteratio een van de laagste in de EU. De instroom van nieuwe mensen moet ervoor zorgen dat verlaten plattelandsregio's er weer bovenop komen. Eerder werd bekend dat vluchtelingen ook niet naar IJsland willen, ondanks de vele sociale programma's en de grote hulpbereidheid bij de lokale bevolking.