Van de 3.000 gevangenen die op dit moment in de Verenigde Staten ter dood zijn veroordeeld, zijn er minstens 300 veteranen. De meerderheid lijdt aan een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Dat blijkt uit een rapport van het Death Penalty Information Center (DPIC). De meeste veteranen die de
doodstraf krijgen, hebben gevochten in de Koreaanse oorlog, in Vietnam of in de Golfoorlog. Ze zijn ernstig getraumatiseerd, maar daar wordt bij de strafbepaling nauwelijks rekening mee gehouden. De eerste die in 2015 de doodstraf kreeg, was Andrew Brannan. Hij was een Vietnamveteraan en leed aan PTSS en aan een bipolaire stoornis. Zijn trauma was zo ernstig dat hij 100 procent invalide was verklaard. Naar verluidt danste hij door de straten terwijl hij riep: 'Schiet me maar neer, schiet me maar neer.' Daarna schoot hij zelf een agent dood die hem aan hield voor te hard rijden. Robert Dunham, directeur van het DPIC zegt in het rapport: ''In een tijd waarin steeds minder mensen de doodstraf krijgen, is het verontrustend dat zoveel veteranen geëxecuteerd worden, terwijl ze emotioneel en psychisch beschadigd zijn geraakt toen ze hun land dienden.'' Bijna een derde van alle Vietnamveteranen zou aan PTSS lijden.