Het is ijskoud in de Verenigde Staten. In Minnesota is het -32 graden Celsius en in Central Park -15. Dat laatste is het koudste sinds 1896. En zelfs in Florida vroor het. Een ontsnapte gevangene in Kentucky besloot om maar weer de warmte van de gevangenis op te zoeken. En de
ijsberen in de dierentuin van Chicago werden binnengehouden, omdat het zelfs voor hen te koud is.
In Australië is juist sprake van een extreme hittegolf met een recordtemperatuur van 54 graden in het zuiden van het land. Het bizarre gevolg is dat het vleermuizen regent. De beestjes zijn niet tegen zulke hoge temperaturen bestand. Inmiddels zijn er al 100.000 uit de lucht gevallen. De dode dieren veroorzaken heftige stank en kunnen gevaarlijk zijn voor de gezondheid.
Beide landen vestigen respectievelijk een koude- en warmterecord. Het hitterecord in Australië past in het plaatje van klimaatverandering: overal ter wereld neemt het aantal hittegolven en de extremiteit ervan toe. Maar hoe valt de kou in de VS te verklaren? Ook die is het gevolg van de opwarming van de aarde. Doordat de Noordpool sneller opwarmt dan de zuidelijkere gebieden, verandert de zogenaamde straalstroom. Die bestaat uit sterke winden in de hogere atmosfeer. Daardoor kreeg koude poollucht de kans om uit te breken.
Een relatief warme noordpool en een koud continent wordt ook wel de arctische paradox genoemd en is overal waar te nemen. Zo was er nog nooit zo weinig noordpoolijs en was het in Siberië 8 graden warmer dan normaal.