Amerikaanse (en wie weet ook Nederlandse) pubers zijn minder actief, minder zelfstandig, minder gelukkig, hebben minder vaak bijbaantjes en minder seks dan eerder lichtingen, zoals de millennials. Jongeren die geboren zijn vanaf 1995 - de eerste
generatie die volkomen met internet en
smartphones is opgegroeid - verschilt in gedrag zeer van eerdere generaties, zegt professor Jean Twenge, die al 25 jaar studie maakt van de verschillen tussen generaties. Deze generatie wijkt volgens Twenge wezenlijk af van andere generaties. Van de Amerikaanse 18 jarigen van nu heeft slechts 58 procent het laatste jaar een date gehad. Dat was bij vorige generaties boven de 80 procent. De tijd die ze doorbrengen met vrienden is ook scherp gedaald. Ze zitten thuis en turen naar hun schermpje. En gemiddeld zijn ze ongelukkiger dan vorige generaties. Onderzoeker Twenge is er van overtuigd dat de smartphone de oorzaak of verklaring is. Er is een negatieve relatie tussen de hoeveelheid tijd die je doorbrengt op Twitter, Facebook, Instagram, WhatsApp en Snapchat enerzijds en je geluk anderzijds. En deze generatie zit vastgelijmd aan social media; de dag begint en eindigt er mee. Allemaal vanwege FOMO, , die angst iets te missen. Is het oplosbaar? Volgens Twenge is het eenvoudig oplosbaar:
ouders moeten als hun kinderen jong zijn al beginnen het gebruik van smartphones te beperken. Wat dan helpt is als de ouders zelf niet verslaafd zijn.