Regionale gezondheidsdiensten hebben alles klaarstaan voor de boosterprikken. "We hebben de vaccinatielocaties, we hebben de vaccins en we hebben de mensen. In theorie kunnen we snel beginnen. Maar achter de schermen moeten er nog dingen worden geregeld. Die voorbereidingen zijn in volle gang", laat de overkoepelende organisatie GGD GHOR Nederland weten.
Ouderen en mensen die in de zorg werken, zijn als eersten aan de beurt om een extra coronaprik te krijgen. Die moet hun afweer tegen het coronavirus versterken. Het kabinet besloot eerder dat dit op 6 december zou beginnen, maar dat wordt misschien vervroegd omdat het aantal positieve tests, ziekenhuisopnames en sterfgevallen de laatste weken snel stijgt.
De mensen om wie het gaat, moeten een uitnodiging hiervoor krijgen, zoals ook bij de eerste prikken. Die brief komt van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Bij de boosterprik krijgen de mensen het vaccin van Pfizer/BioNTech of dat van Moderna, ook als ze eerder een ander middel hadden gekregen. Tussen de tweede prik en de boosterprik moet enkele maanden tijd zitten. Als de tweede prik korter geleden was, komt die persoon nog niet in aanmerking. Bovendien moet er twee weken zitten tussen de boosterprik en de griepprik, die in deze maanden wordt gegeven.
In totaal zijn er ongeveer 837.000 ouderen die een boosterprik zouden kunnen krijgen. Daarnaast komen ongeveer 700.000 zorgmedewerkers in aanmerking voor de extra inenting, maar zij worden vooralsnog op eigen locaties gevaccineerd, dus buiten de GGD om.