GroenLinks ziet in de verkiezingsnederlaag die de partij in maart leed bij de landelijke verkiezingen, verschillende oorzaken. Een commissie die de verkiezingen evalueerde, stelt onder meer dat de partij niet een overtuigend en helder verhaal neerzette voor de kiezers. Dat is ook lijsttrekker Jesse Klaver aan te rekenen, vindt de commissie. Ook de opkomst van D66-leider Sigrid Kaag leidde ertoe dat nogal wat GroenLinks-kiezers op haar stemden. Verder is de coronacrisis een nadeel.
Volgens de commissie stelde Klaver zich steeds anders op, waardoor een "diffuus beeld ontstond". Hij stelde zich "dan weer idealistisch en aanvallend op, dan was hij weer gericht op verbinding en samenwerking. Deze wisselende houdingen werden door kiezers niet begrepen, mede omdat ze zich Klaver herinneren als de idealistische nieuwkomer", schrijft de commissie.
Dat kiezers overstapten naar D66 kostte de partij zeker drie zetels, zo komt uit het onderzoek naar voren. Ook leidde de coronacrisis ertoe dat het niet mogelijk was om "op grote schaal mensen te mobiliseren" en direct kiezerscontact te onderhouden. De afgelopen jaren had de partij grote bijeenkomsten georganiseerd met een hoofdrol voor Klaver. "Zichtbaarheid is een voorwaarde om een sterk beeld te kunnen neerzetten. GroenLinks en Klaver waren deze verkiezingen minder zichtbaar dan gehoopt." Ook online werd slechts een deel van de potentiële kiezers bereikt.
GroenLinks zakte van veertien naar acht zetels in de Tweede Kamer. In 2017 boekte de partij, toen voor het eerst onder aanvoering van Klaver, een grote overwinning van vier naar veertien zetels. "Historisch gezien zijn de behaalde acht zetels een min of meer gemiddelde uitslag voor GroenLinks. Dat neemt niet weg dat het verkiezingsverlies een teleurstelling was", aldus de commissie.