DEN HAAG (ANP) - De belofte van D66 om 'nieuw leiderschap' te tonen, leidde tot teleurstelling bij kiezers. Dat is een van de observaties in een intern rapport over de verkiezingsnederlaag van de partij. D66 moet zich anders gaan opstellen om haar eigen verhaal weer naar voren te brengen. Terwijl de partij praat over inclusie, "is D66 zelf een taal gaan spreken die veel mensen ervaren als moralistisch, vervreemdend en uitsluitend", aldus de notitie.
D66 zette te vaak een technocratische werkelijkheid tegenover populistische verhalen, concluderen de opstellers van het rapport dat zaterdag op het partijcongres zal worden besproken. Een typisch voorbeeld daarvan is de houding van de partij in de stikstofdiscussie. "Wat begon met een typisch vooruitstrevend D66-doel eindigde in diepe conflicten binnen het kabinet en de samenleving."
In dat conflict bracht die partij niet haar eigen idealen naar buiten, zoals natuurherstel en duurzame landbouw. Maar ze sprak "over jaartallen, pauzeknoppen, Europese wetgeving, rechterlijke uitspraken en bestuurlijke adviezen".
Het D66-verhaal was daarnaast te onduidelijk. Een commissie moest achteraf gaan onderzoeken wat 'nieuw leiderschap' eigenlijk betekende. Met die slogan gooide voormalig partijleider Sigrid Kaag hoge ogen bij de verkiezingen van 2021. Maar vervolgens stapte de partij toch in een kabinet dat door de buitenwereld als conservatief werd ervaren. "Het impopulaire kabinet en de verbondenheid van D66 aan Rutte als premier waren niet weg te poetsen met een sterk coalitieakkoord."