Afgelopen week stierf Sant Kaur Bajwa op 115-jarige leeftijd. Zij maakte deel uit van een groep van zo'n 400 zogenoemde superhonderdjarigen. Het geheim van hun extreme leeftijd is hun genenpakket, alle leefstijladviezen ten spijt. Superhonderdjarigen zijn mensen die ouder worden dan 110. Ze hebben de ondergang van de Titanic meegemaakt, twee wereldoorlogen en drie eeuwen. Ze rookten, ze dronken of ze zijn grootgebracht met in reuzel gebakken spek. En toch hebben ze fit en wel die reusachtige leeftijd bereikt. Hun overeenkomsten? Volgens professor Epidemiology, S Jay Olshansky, is het eenvoudig: Ze hebben bij hun geboorte de genetische loterij gewonnen en ook in de rest van hun leven geluk gehad. “Deze superhonderdjarigen zijn erg bijzonder, omdat ze genetisch anders in elkaar zitten. Waarschijnlijk verouderen ze langzamer dan anderen. Verder heb je een flinke dosis geluk nodig. Je moet niet onder een bus komen natuurlijk. Daarnaast kan leefstijl een kleine rol spelen, maar als je het hebt over dit soort leeftijden, heeft het niet veel invloed.” Hij noemt Jeanne Calment, de oudste persoon ooit. Zij werd 122 en rookte tot haar 117de. “Voor haar was roken kennelijk geen risicofactor, terwijl het dat voor ons wel is. Zij was waarschijnlijk genetisch beschermd tegen de gevaren van roken.” Vaak zijn de ouders en grootouders van deze superoude mensen ook heel oud geworden.