Helft daders uitbuiting en mensenhandel begint jonger dan 25 jaar

Samenleving
door anp
woensdag, 28 februari 2024 om 6:17
anp280224048 1

DEN HAAG (ANP) - Daders van seksuele uitbuiting van kinderen en mensenhandel beginnen daarmee vaak al op jonge leeftijd. Ook zijn negatieve omgevingsfactoren op hen veel meer van invloed dan op andere criminelen. Van de daders is 52 procent jonger dan 25 als ze met hun criminele activiteiten beginnen. Een kwart heeft dan al twee delicten gepleegd.

Dat is te lezen in het onderzoek naar daders van binnenlandse seksuele uitbuiting van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Conny Rijken.

In het woensdag verschenen onderzoek is voor het eerst gekeken naar de criminele carrières van 630 daders van seksuele uitbuiting. Veel van hen hebben geen opleiding afgemaakt en bevinden zich aanzienlijk vaker in een criminele sociale omgeving dan de controlegroep van plegers van andersoortige criminaliteit en niet-criminelen. Daarbij is vooral gelet op kenmerken of omstandigheden die de kans op crimineel gedrag kunnen verkleinen of vergroten.

Gerichte interventies

Zo hebben bijna negen op de tien minimaal één criminele ouder, broer, zus of (ex-)partner. Bij de criminele controlegroep is dit 64 procent en bij mensen die geen delict hebben gepleegd is het net geen kwart. Slechts drie op de tien daders van binnenlandse seksuele uitbuiting hebben met 23 jaar een startkwalificatie behaald. Dat is een diploma van minimaal de havo, het vwo of mbo-niveau 2. Bij de daders in de criminele controlegroep is dit 62 procent en voor de niet-criminele groep is dit 89 procent.

Rijken pleit voor gerichte interventies bij deze plegers, met name bij jongeren met een hoogrisicoprofiel. "We zien dat daders van seksuele uitbuiting zich ook schuldig maken aan een reeks van andere criminele feiten, zowel voor als na het plegen van mensenhandel. Daarnaast is het noodzakelijk dat voor alle daders van binnenlandse seksuele uitbuiting een reclasseringsadvies wordt aangevraagd en gegeven, omdat daarin specifiek gekeken wordt naar wat een dader nodig heeft om niet opnieuw de fout in te gaan", aldus de Nationaal Rapporteur.