Het leven van Chinese jongeren is allesbehalve aangenaam: het is een ratrace, die al begint als klein kind en die eindigt bij totale fysieke en psychische uitputting in het werkende leven.
ConcurrentiestrijdAls kind moeten ze bijlessen volgen om op de best mogelijk universiteit te komen. Daar moeten ze hard werken om de hoogste cijfers te halen en in hun baan blijven ze maar overuren maken om de top te halen. Er is een term voor bedacht, die nu populair is in China: involutie. Xiang Biao, antropoloog aan het Duitse Max Planck Instituut, legt aan de Volkskrant uit: "Voor hen betekent het een eindeloze, steeds toenemende concurrentiestrijd, zonder beloning. Ze weten dat ze extra druk creëren voor anderen en zichzelf, maar ze kunnen niet stoppen. Het is een wedloop waaruit je niet kunt ontsnappen." Geld is ontzettend belangrijk geworden in China. Niets anders geeft je zekerheid. Dus doet iedereen mee in de wedloop.'
KritiekWang Yun (24) vertelt over het leven van de gemiddelde Chinese jongere: "Chinese ouders zeggen graag: kijk, die kinderen zijn beter dan jij, waarom kun jij niet meer zo zijn? Chinese kinderen krijgen in hun opvoeding niet veel aanmoediging, maar vooral kritiek. Niet alleen van ouders, ook van leerkrachten. Op school ligt de nadruk op je punten en is er altijd een sfeer van competitie. Dat heeft een grote invloed op jongeren. Ik merk zelf dat ik me voortdurend met mijn medestudenten vergelijk: als zij een masterdiploma hebben, moet ik dat ook."
"Veel Chinese jongeren zijn best depressief. Ik denk dat die psychologische problemen serieus moeten worden genomen. Sommige mensen hebben het gevoel dat ze iedere dag hun tijd verspillen, en zijn daar ongelukkig over. Anderen zijn meer boeddha-achtig en laten het van zich afglijden. Maar zij geven vaak nergens meer om. Ze zijn als werkende machines: ze doen wat ze moeten doen, maar meer ook niet."
Bron(nen): De Volkskrant