Vrouwen krijgen in Europa steeds minder kinderen, al lijkt de afname wel gestagneerd. Het geboortecijfer in de Europese Unie bedroeg in 2021 net als tien jaar daarvoor ongeveer 1,53. Dat is echter niet genoeg om de Europese bevolking op peil te houden zonder migratie.
Daarvoor moeten er namelijk 2,05 kinderen per vrouw worden geboren. En dat wordt in geen enkel land gehaald, zo is te zien in onderstaande tabel. De verschillen tussen de EU-lidstaten zijn groot. Zo steeg het geboortecijfer de afgelopen tien jaar in onder meer Tsjechië, Hongarije, Roemenië, Letland en Duitsland met 10 tot 30 procent, terwijl er in onder meer Frankrijk, Ierland, België, Spanje en Italië juist zo'n 10 procent minder kinderen werden geboren.
De laagste geboortecijfers in de EU vind je in Italië (1,25), Spanje (1,19) en Malta (1,13). In Nederland worden er 1,55 kinderen geboren per vrouw, net iets boven het EU-gemiddelde dus.
Het grote verschil tussen Noord- en Zuid-Europa is onder meer te verklaren doordat in Noord-Europa veel betere voorzieningen zijn getroffen op het gebied van onder andere verlof en kinderopvang.