Hoe een Friese republikein een lintje weigerde

Samenleving
zaterdag, 27 april 2024 om 7:06
schermafbeelding 2024 04 27 om 072647

Piet de Haan (70) uit Dokkum moest vrijdag z’n keurige pak aan van zijn vrouw. Hij zou aanwezig zijn bij de uitreiking van een koninklijke onderscheiding voor een goede bekende, schrijft de Leeuwarder Courant Nadat de koffie was opgedronken, werd hij opnieuw naar de raadszaal geleid. Hier zat het vol met zijn familie, vrienden en bekenden.

De Haan dacht gelijk, dit komt niet goed. ,,Ik rûn derhinne en ik seach de meute al wat laitsjen. Ik sei fuort: ik tink dat wy in probleem hawwe’’ (,,Ik liep erheen en ik zag de meute al wat lachen. Ik zei weg: ik denk dat we een probleem hawwe’’,), beschrijft De Haan het moment in de raadzaal vrijdagochtend.

Burgemeester Johannes Kramer zwaaide De Haan alle lof toe voor zijn werk als vrijwilliger voor de Historische Vereniging Noordoost Friesland. Hij doet historisch onderzoek voor verenigingsblad  De Sneuper , schrijft artikelen en helpt anderen bij hun onderzoek. Ook geeft hij lezingen en presentaties bij het Museum Dokkum en is hij stadsgids. 

Toen Kramer de woorden uitsprak dat het de koning had behaagd, greep De Haan echter in. ,,Want it behaagde my net. Ik naam it wurd en sei dat ik der neat foar fielde.’’ Kramer was begripvol en loste de situatie perfect op, volgens De Haan, volgens ,,Jo kinne se ek narrich treffe. Fan dy boargemasters wêr’t it oranjewetter ôf drupt. Mar ik ha in miening en ek op sa’n momint moatte jo jo prinsipes net ferlitte. (,,U kunt ze ook narrich treffen. Van die burgemeesters waar het oranjewater af druipt. Maar ik heb een mening en ook op zo’n moment moet u uw principes niet opgeven.)’’’’

De vrijwilliger van de historische vereniging weigerde het lintje omdat hij vindt dat anderen het verdienen. Maar boven alles heeft hij niks op met het koninklijk huis. ,,Ik fyn it in nuver ding. Ik wol net wat út namme fan de kening. Fanút de skiednis is Dokkum ek mear in plak fan de patriotten. Sa’n Willem I dy’t himsels ta kening útroppen hat. It heart net by dizze tiid.’’

Dat zijn kinderen en kleinkinderen speciaal in alle vroegte uit Gouda en Nijmegen kwamen aanrijden, vindt hij sneu. Maar zo is het nu eenmaal. ,,Pake is wer dwers.’’

Verder is nu de grote vraag wie het lintje voor hem had aangevraagd. Veruit de meeste mensen in zijn omgeving kennen zijn oranjestandpunten. ,,Se sizze ek allegear: as dit mar goed komt. Mar wa’t ik ek freegje, gjinien wist wa’t it dien hat. Hiel opmerklik. (,,Ze zeggen ook allemaal: als dit maar goed komt. Maar wie ik ook vraag, niemand wist wie het gedaan heeft. Heel opmerklik.’)’’