We lijken verbaast dat Russen in de oorlog in Oekraïne oorlogsmisdaden plegen. Terwijl twee maanden gelden uit studies bleek dat Nederlandse soldaten in Indie tussen 1945 en 1949 oorlogsmisdaden pleegden. En Amerikanen deden het in Vietnam.
Het mag ons niet verbazen. Dat zegt Christophe Busch, criminoloog, directeur van het Hannah Arendt Instituut en gespecialiseerd in genocides en de Holocaust. “We reageren - begrijpelijk - geschokt, maar in een oorlog is de vraag niet of er oorlogsmisdaden komen, maar wanneer”, zegt hij in De Morgen.
“Wij reageren ontzet vanuit ons referentiekader, namelijk onze veilige huiskamer. In een oorlog leven mensen in een heel andere context: een van doden of gedood worden. Dat maakt het veel waarschijnlijker dat mensen overgaan tot misdaden. Zonder oorlog is er geen genocide, geen Holocaust.”
“Expert Tore Bjørgo (Noors antropoloog gespecialiseerd in haatmisdaden en politiek geweld, BDB) ziet vier bepalende elementen. Ten eerste is er de voedingsbodem. Een hongersnood, bijvoorbeeld, of, zoals nu, politiek-sociale wrijvingen en ideologie. Ten tweede blazen lokale gebeurtenissen de kans op misdaden aan. Deze soldaten zijn inderdaad jonge, met alcohol overgoten mannen. In oorlogscontext zijn dat klassiek de misdadigers in spe. Een lokale gebeurtenis die dat aanwakkert zijn bijvoorbeeld de paramilitairen die zij op een uitgesproken criminele manier zien vechten.
“Een derde aspect is groepsdenken in die binaire, ruwe context. Als je ziet hoe jouw collega’s gedood worden, ga je sneller wreedheden begaan. Ten vierde zijn er directe triggers zoals de vernederende verliezen die de Russen al leden of een zoveelste aanslag tegen het eigen bataljon.”
In tegenstelling tot wat Rutger Bregman stelt (‘De meeste mensen deugen’), toont de geschiedenis dat zowel het goede als het kwade potentieel aanwezig is in de mens en dat een specifieke cocktail van omstandigheden het ene of het andere naar boven haalt.