Vrienden, de een heeft er twintig, de ander misschien twee. Maar een enorme vriendenschare maakt niet per se gelukkiger dan een enkele goede vriend.
"We weten uit onderzoek dat de kwaliteit van vriendschap belangrijker is dan de kwantiteit", zegt hoogleraar psychologie Paul van Lange in de Volkskrant. "Ieder mens heeft een paar goede vrienden nodig, maar we gaan ons niet veel beter voelen als er meer vrienden bij komen."
Volgens de Griekse filosoof Aristoteles heb je vriendschappen gebaseerd op nut, plezier en op het feit dat je de ander een goed mens vindt. "Met deze vrienden ga je de diepte in en voer je betekenisvolle gesprekken", vertelt filosoof en Denker des Vaderlands Paul van Tongeren. Hij schreef het boek Doodgewone vrienden – Nadenken over vriendschap. "Deze vorm van vriendschap wordt gezien als het meest duurzaam. Een goed mens wordt niet zo snel een slecht mens. Terwijl nut en plezier kwetsbare motivaties zijn om iemands gezelschap op te zoeken. Zodra de dienst niet meer wordt geleverd of het plezier niet meer geboden, wordt de band immers bedreigd."
Toch stelt Van lange dat een vriendschap die gebaseerd is op plezier, omdat je bijvoorbeeld graag samen borrelt of naar feestjes gaat, niet per se minder waard is. "We weten uit onderzoek dat gezamenlijk lachen erg belangrijk wordt gevonden."
Vriendschappen ontstaan bovendien toevalliger dan je denkt. "We raken bevriend met mensen die we op onszelf vinden lijken, qua achtergrond, opleiding en politieke voorkeur", zegt Van Lange. Maar onderzoek toont aan dat nabijheid een belangrijke voorspeller is van vriendschap. "Mensen worden vaker vrienden met de buren naast zich dan met de buren één huis verder. Dat heeft simpelweg te maken met wie je het vaakst tegenkomt."
Bron(nen): De Volkskrant