"Ik vertrok met mijn vierjarige zoontje naar Syrië, het was de hel"

Samenleving
maandag, 11 januari 2016 om 9:38
welingelichtekringen header 1

De Franse Sophie Kasiki vertrok begin vorig jaar met haar vierjarige zoontje naar Syrië. Het was, zo vertelt ze in , een reis rechtstreeks naar de hel. Ze is een van de weinige westerse vrouwen die weer veilig terugkwam. "Ik voel me zo schuldig en vraag mezelf af hoe ik kan leven met wat ik gedaan heb, mijn zoon meenemen naar Syrië," vertelt ze. "Ik heb degenen gehaat, die me manipuleerden, die mijn naïviteit, mijn zwaktes en onzekerheid hebben misbruikt. Ik heb mezelf gehaat." De 34-jarig Kasiki (niet haar echte naam) werd geboren in Congo en groeide op in een prettig, katholiek gezin van sterke, onafhankelijke vrouwen. Tot haar moeder overleed, toen ze negen jaar was. Een klap die ze nooit echt te boven is gekomen. Ze ging daarna bij haar zus in Parijs wonen. Als maatschappelijk werker hielp ze immigrantenfamilies in de Parijse voorsteden. Door het contact met moslims besloot ze zich te bekeren tot de islam zonder het haar atheïstische man te vertellen. Ze hoopte dat het de leegte in haar bestaan zou opvullen. Tijdens haar werk ontmoette ze drie moslimmannen, die tien jaar jonger waren dan zij. Ze noemde hen Les Petits en behandelde ze als haar jongere broertjes. In september 2014 verdween het drietal plotseling. Ze waren naar Syrië vertrokken. Daar onderhielden ze dagelijks contact met Kasiki, die zich hun leider voelde. Zij wilde de jongens laten weten dat hun moeders hen misten, zodat ze het volgende vliegtuig naar huis zouden nemen. Maar later draaiden de rollen om. "Ik dacht dat ik de controle had over de situatie, maar ik realiseerde me dat ze waarschijnlijk getraind waren om mensen zoals ik te rekruteren," zegt ze. "Ze speelden in op mijn zwaktes. Ze wisten dat ik wees was en moslim was geworden. Ze kenden mijn onzekerheid..." Op 20 februari 2015 vertelde Kasiki haar man dat ze voor haar werk een paar weken naar een weeshuis in Istanbul ging en dat ze haar zoon meenam. In plaats daarvan nam ze de bekende jihadi route via het zuiden van Turkije naar Syrië. Aangekomen in Raqqa bleek het dagelijks leven bepaald niet zo paradijselijk als haar drie vrienden haar hadden voorgespiegeld. Ze mocht niet meer alleen naar buiten, moest haar hele lichaam bedekken en mocht nauwelijks meer contact hebben met haar familie in Frankrijk. Ze was geschokt door de barre omstandigheden in het ziekenhuis waar ze werkte. Het kostte haar welgeteld tien dagen om in te zien dat ze een gruwelijke fout had gemaakt, mede door familiefoto's die haar wanhopige man stuurde. "Ik was in een vreemde stad waar ik niemand kende en de taal niet sprak. Ik keek naar mijn zoon en wist dat ik een monumentale fout had begaan, de grootste van mijn leven." Maar ze mocht uiteraard niet zomaar vertrekken. Toen ze zei dat ze weg wilde, werd ze gevangen gezet. Ze was radeloos tot ze op een dag een deur ontdekte die niet op slot was. Terwijl haar gevangenbewaarders bezig waren met de organisatie van een huwelijk wist ze te ontsnappen. Ze begon samen met haar zoontje te lopen en te lopen. Met gevaar voor eigen leven bood een lokale familie hen een schuilplaats. Het lukte haar uiteindelijk met hulp van haar man in Europa om contact te leggen met oppositiestrijders. In de nacht van 24 april 2015 bracht een jonge Syriër haar met haar zoon die zich schuilhield onder haar nikab naar de Turkse grens. "Ik heb lang nagedacht over alles en mezelf afgevraagd hoe dit kon gebeuren, hoe kon ik dit doen? Ja, ik was naïef, verward, kwetsbaar, maar dan nog: hoe konden deze niet bijzonder slimme jongens toch zo intelligent zijn dat ze erin slaagden me te hersenspoelen? Het is een vraag die ik mezelf nog steeds stel." Na haar terugkeer in Frankrijk liet haar man haar een foto zien, die IS hem had gestuurd. Daarop poseerde hun zoon met een automatisch geweer in de hand. "De foto moet genomen zijn toen we daar waren, maar het was de eerste keer dat ik hem zag. Ik ben er kapot van. Ik voel me zo schuldig dat ik mijn zoon meegenomen heb in die helse nachtmerrie."

Bron(nen): The Guardian