Inwoners Oranje gepiepeld: ''Wij zijn niet tegen de komst van vluchtelingen, maar dit was een overvaltechniek''

Samenleving
donderdag, 08 oktober 2015 om 9:48
welingelichtekringen header 1
Tegen alle afspraken in moest het Drentse dorp Oranje niet 700 maar 1.400 vluchtelingen opvangen. Dat mocht de staatssecretaris zelf komen uitleggen, want Oranje voelde zich gepiepeld. ''Wie stopt er nou 1.400 asielzoekers in een dorp van 150 bewoners?'', zegt een inwoner in een mooie reportage van vanmorgen. Hieronder de samenvatting. De dienstauto van staatssecretaris Dijkhoff van Justitie werd tegengehouden, toen hij dinsdagavond in Oranje weg wilde rijden. ''Als hij nou had gezegd: dit is voor een paar maanden, kunnen jullie daar mee leven, nou dan hadden een heleboel weer over hun hart gestreken. Maar dit was een overvaltactiek. Ik kreeg om zes uur een brief en om half acht was de bijeenkomst,” vertelt Jan Voortman. Hij heeft in zijn kwekerij een winkeltje ingericht, waar hij couscous verkoopt, kikkererwten, halwa en shampoo van de Action. Op een bord staan de Arabische vertalingen voor ‘goedemorgen', (moi) ‘goedemiddag' (moi), ‘goedenavond' (moi) en ‘tot ziens' (moi he). Voortman vertelt: ''We hebben dinsdagnacht tot drie uur op de brug gestaan. Omgeven door wel 65 agenten in vol ornaat en in burger. Om halfdrie kwam de burgemeester. Om te vertellen dat hij het vreselijk vond, en dat hij er niks aan kan doen. Dat vonden we heel goed van hem.” Bij diezelfde brug over het Oranjekanaal, staan nu de 38-jarige restauranthouder Hosam uit Damascus en mede-asielzoeker Saäd (30) de omgeving in zich op te nemen. Op 6 oktober kwam er een eind aan hun lange reis. Hosam vertelt dat hij via Turkije naar Griekenland reisde en daar voor zevenhonderd euro achterin een vrachtwagen naar Amsterdam reed. Na de treinrit naar Ter Apel kwam hij dinsdagavond met enige vertraging aan in Oranje. De uitgeprocedeerde Libische asielzoeker Nur en zijn vriend Regab (34) uit Aleppo verblijven al een hele tijd in Oranje. Ze zitten bij Voortman aan de koffie. Na vele jaren in Nederland hebben ze zoveel vrienden hier, maar zijn dat wel vrienden, vragen ze zich af. ''Ja hoor”, zegt Voortman en slaat lachend een arm om hem heen. ''Welkomwelkomwelkomwelkom!” Nur fronst zijn wenkbrauwen. ''Ik heb een hoop negativiteit gezien”, zegt hij. ''Maar dit is toch geen Afrikaans land in oorlog? Iedereen is toch een vreemdeling op deze aarde? Dat staat toch in de bijbel?”