Voor zijn promotieonderzoek aan de Vrije Universiteit begaf antropoloog Daan Beekers zich een jaar lang tussen soennitische
moslims in Rotterdam, Ede en Den Haag. Wat blijkt: de jonge moslim is net een jonge christen en de meeste moslim-twintigers zijn gewoon onderdeel van de maatschappij. Ze studeren, werken, luisteren naar dezelfde muziek en kijken naar dezelfde programma's als andere jongeren. Ze voelen zich aangetrokken tot orthodoxe predikers maar moeten van radicalisme niets hebben. Het zijn maar sommige, strenggelovige moslims die zich afkeren van de samenleving. Het meeste lijken ze volgens Beekers nog op jonge
christenen. Net als de moslims hebben christenen soms moeite met seksuele losbandigheid in bijvoorbeeld videoclips en voelen ze zich schuldig als het door drukte niet lukt om vaak genoeg te bidden. Maar ook de christenen zijn gelovig en draaien gewoon mee. Beekers stelt dat het vaak gehoorde argument dat jonge moslims de samenleving de rug toe keren, schromelijk wordt overdreven. Beekers vindt niet dat het feit dat hij bijna alleen maar hoogopgeleide moslims onderzocht iets uitmaakt of dat er een andere uitleg zou zijn als hij lager opgeleide moslims had onderzocht: 'Hoogopgeleiden zijn waarschijnlijk ambitieuzer en durven meer kritische vragen te stellen, meer te twijfelen aan de boodschap van de imam. Verder leven ze grotendeels met dezelfde uitdagingen.' Pedagoge Elsbeth Visser schreef onlangs ook haar proefschrift. Zij onderzocht strenggelovige moslims en typeerde ze als gefrustreerd en in zichzelf gekeerd, met een afkeer van de te wereldse Nederlandse samenleving. Volgens haar is 'segregatie hun ideaal'. Meer bij .