Jongeren gaan steeds later uit huis. Het is het gevolg van het leenstelsel zegt socioloog Mieke van Stigt. "Dat beleid heeft gevolgen voor een hele generatie." In 2012 verlieten jongeren het ouderlijk huis als ze 22,8 jaar waren. In 2017 waren ze gemiddeld 23,5 jaar oud, blijkt uit cijfers van het CBS. Volgens Van Stigt heeft dat te maken met het leenstelsel in combinatie met de oplopende huurprijzen van een studentenkamer. "Wil je bijverdienen om dat te kunnen bekostigen, dan moet je een baantje nemen. Maar ja, dan loop je weer vertraging op en dat kost je weer studiegeld," zegt de socioloog tegen RTL Nieuws. Zo wordt het jongeren moeilijk gemaakt om zelfstandig te worden, vindt Van Stigt. "Ze wonen niet thuis omdat ze niet het huis uit willen, maar omdat er een gebrek aan betaalbare woonruimte is." De socioloog vindt dat er te negatief wordt gesproken over de huidige generatie jongeren. Het zouden watjes zijn, die niet hard genoeg werken, terwijl de situatie gewoon veel lastiger is geworden dan een aantal jaar geleden. "Stel je voor dat deze jongeren genoeg studiefinanciering als gift kregen om op kamers te kunnen en er genoeg kamers beschikbaar waren. Als jongeren dán nog langer thuis blijven wonen, dan kunnen we pas vragen: wat gaat er mis?"