Kinderen die opgroeien bij een alleenstaande ouder zijn niet minder gelukkig dan kinderen die bij hun twee biologische ouders wonen. Uit een Brits onderzoek blijkt dat de gezinssamenstelling geen significant effect op het geluk van kinderen heeft. Integendeel, het is de kwaliteit van de relaties thuis die het sterkst zijn gekoppeld aan het welzijn van een kind. Deze resultaten weerleggen de veelvoorkomende opvatting dat kinderen uit 2-oudergezinnen stabieler en tevredener zijn dan die uit 'gebroken' gezinnen. Ze zijn ook in tegenspraak met eerder onderzoek waaruit bleek dat kinderen van gescheiden ouders meer kans op emotionele problemen hebben. Aan 12.877 kinderen van 7 jaar oud werd gevraagd hoe vaak zij zich gelukkig voelden. Er werden 3 gezinstypen vergeleken: 1-oudergezinnen, 2-oudergezinnen en gezinnen met een stiefouder. Van de kinderen die bij een alleenstaande ouder woonden zei 36% dat ze 'de hele tijd' gelukkig waren, terwijl de overige 64% zei 'soms of nooit' gelukkig te zijn. Bij de andere gezinstypen werden precies dezelfde percentages gevonden. Senioronderzoeker Jenny Chanfreau zei tijdens haar lezing op de jaarlijkse conferentie van de British Sociological Association dat de harmonie in het gezin het belangrijkste is. Zaken als 'goed kunnen opschieten met broers en zussen, plezier hebben met het gezin in het weekend en een ouder hebben die zelden of nooit schreeuwt als het kind stout is' waren allemaal verbonden met een hogere waarschijnlijkheid dat een kind gelukkig is.
Bron(nen): The Independent