Kopenhagen heeft bijna net zoveel
fietsers als Amsterdam. 41 procent van de inwoners van de Deense hoofdstad gaat met de fiets naar school of werk. Maar in tegenstelling tot onze hoofdstad is Kopenhagen een paradijs voor fietsers. Talloze slimme oplossingen zorgen ervoor dat ze zich met duizenden tegelijk rustig door de stad kunnen verplaatsen. Zo hebben de fietspaden ledlampjes in de stoeprand. Fiets je met 20 kilometer per uur naast een verlicht lampje dan profiteer je van een golf van groene stoplichten. Binnenkort komen daar nog sensoren in het wegdek bij, die de snelheid van fietsers meten om zo de stoplichten nog beter af te stellen. Ook zijn er brede fietssnelwegen: kilometerslange paden in min of meer rechte stukken richting centrum. En 150 meter voor een verkeerslicht is er al een bord dat terugtelt hoe lang het nog duurt voor het licht op groen staat, zodat je je tempo kunt aanpassen en je niet hoeft te
stoppen. De relingen bij de verkeerslichten maken dat, als je dan toch nog moet stoppen voor een rood licht, je in ieder geval niet hoeft af te stappen. En langs de fietspaden staan vuilnisbakken precies zo, dat je er met 20 kilometer per uur langs kan rijden en er nog perfect je afval in kunt gooien. Overal in de stad zie je palen waarop staat hoeveel fietsers er vandaag en dit jaar al zijn gepasseerd. Want in Kopenhagen zijn ze trots op hun stalen ros.