RIJSWIJK (ANP) - In de grote steden,
Limburg en Twente deden de lijsttrekkers het relatief gezien niet goed tijdens de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen. Landelijk ging 81 procent van de stemmen naar een lijsttrekker, maar in deze gebieden kwamen de gezamenlijke kopstukken soms niet verder dan 70 procent. Dat blijkt uit een analyse van het ANP en Sargasso.nl. De kiezers in Twente liepen duidelijk minder warm voor de lijsttrekkers dan de gemiddelde Nederlander. Gemeenten als Tubbergen (68 procent) en Haaksbergen (70 procent) zijn wat dat betreft exemplarisch voor de gehele regio. De meest voor de hand liggende verklaring ligt bij Henk Kamp (VVD) uit Hengelo en Pieter Omtzigt (CDA), die regionaal veel populariteit geniet. Ook valt op dat dezelfde regio in 2010 nog wel trouw was aan de lijsttrekkers. Het eerder genoemde Tubbergen is de sterkst veranderde gemeente van Nederland. Hier stemde in 2010 83 procent op een lijsttrekker. Daar is nu dus 15 procent vanaf. Ook Limburg blijkt een afkeur van lijsttrekkers te hebben. In zowel 2010 als 2012 waren de Limburgers minder dan gemiddeld te porren voor een kopstuk. Volgens politicoloog professor Rudy Andeweg komt dat door een aloude cultuur. ,,In Limburg stemde iedereen KVP. Dus ging het erom op wie je stemde binnen de partij. Dat stemmen op personen is zo gebleven.’’ De grote steden vallen in dezelfde categorie als Limburg. Ze zijn sowieso niet bepaald fan van lijsttrekkers. Toch is ook hier een verdere kentering te zien. In elke grote stad zakte het aantal mensen dat op een lijstaanvoerder stemde met minstens een paar procentpunten. Het meest valt Amsterdam op, waar in 2010 nog 80 procent op een lijsttrekker stemde tegen 73 procent in 2012. Andeweg herkent dit fenomeen uit een eigen onderzoek, maar heeft er geen verklaring voor. Ook zijn collega Joop van Holsteyn kan geen sluitend antwoord geven. Beiden vermoeden dat hoger opgeleiden die meer geneigd zijn een voorkeursstem uit te brengen en allochtonen die liefst op iemand uit de eigen cultuur stemmen, hier de doorslag geven. ,,Wetenschappelijk valt dat echter niet te staven’’, benadrukt Andeweg. CDA-leider Sybrand van Haersma Buma blijkt overigens de minst populaire lijsttrekker. Slechts 65 procent van de CDA-stemmen ging naar hem. Ook PvdA-leider Diederik Samsom (77 procent) en D66-leider Alexander Pechtold (77 procent) bleven ruim onder het landelijk gemiddelde. PVV-leider Geert Wilders en SGP-leider Kees van der Staaij bleken de sterkste roergangers. Zij kregen van alle stemmen op hun partij een duidelijke 93 procent.