Tot zijn negentiende leefde Marcos Rodriguez Pantoja met een roedel wolven in een grot in Spanje. Inmiddels is hij 72, maar hij heeft nooit echt aan het leven tussen de mensen kunnen wennen. Na het overlijden van zijn moeder verkocht zijn vader hem aan een boer die in de Spaanse bergen van Sierra Morena woonde. Op dat moment was hij zes of zeven jaar oud, maar al snel overleed ook de boer. Zo belandde hij in de bergen tussen de wilde dieren. In 1965 werd hij gevonden door de Spaanse politie. Zij brachten hem op zijn negentiende terug naar de mensenwereld. Sindsdien is zijn leven veelvuldig gedocumenteerd in boeken, films en studies. Nu is Marcos 72 jaar en woont hij in het kleine dorpje Rante. Hoewel hij al decennia tussen de mensen leeft, zegt hij dat zijn laatste gelukkige herinneringen dateren van zijn tijd bij de wolven. "Het ergst vind ik het geluid overal om me heen. De auto's die alle kanten op rijden en zoveel lawaai maken." Maar ook in de mens zelf is hij teleurgesteld. Tegen Spaanse krant zegt hij dat hij bedrogen en misbruikt is door mensen en uitgebuit door werkgevers in de bouw en horeca. "Ik denk dat ze me uitlachen, omdat ik niets weet van politiek of voetbal." Hij heeft het gevoel dat hij zich nooit volledig heeft kunnen aanpassen aan het normale leven. Omdat hij gedesillusioneerd raakte door de manier waarop mensen leven, heeft hij geprobeerd terug te keren naar de bergen, maar de wolven herkenden hem niet meer als een van hen. "Als ik de wolven roep, reageren ze wel, maar ze komen niet naar me toe. Ik ruik naar mens." Marcos is zelfs teruggegaan naar de grot waarin hij zo lang heeft gewoond, maar tot zijn grote teleurstelling stonden er nu schuurtjes en elektrische hekken. Toch is hij niet alleen maar ongelukkig. Regelmatig bezoekt Marcos scholen om de kinderen te vertellen over wat hij heeft meegemaakt en hoe belangrijk het is om goed voor de aarde te zorgen.