Aangetrokken door de burgeroorlog zijn al zo’n honderd Marokkaanse jongeren naar Syrië afgereisd om mee te vechten. 'Kanonnenvoer' worden ze cynisch genoemd, omdat ze geen enkele gevechtservaring hebben en de gevaarlijkste klusjes moeten opknappen. Maar volgens Marokkaanse ouders worden hun kinderen van ver in de twintig vooral naar Syrië gelokt omdat ze in Nederland moeite hebben met het vinden van een stage, werk en een woning. Het Parool ging gisteren luisteren in een moskee in Amsterdam-Oost waar zo’n honderd ouders over hun bezorgdheid spraken. De zorg onder de vaders is dat het gebrek aan kansen hun jongeren vatbaarder maakt voor het radicale geluid dat via sociale media tot hen doordringt. 'Ze kunnen geen kant meer op,' zei een vader. 'Daarbij hebben onze jongeren vaker psychische ziektes.' Er was ook een handjevol jongeren op het debat afgekomen. Ze betoogden dat deelnemen aan de gewapende strijd in Syrië wél islamitisch verantwoord is. Ze hadden, zo meldt Het Parool, geen boodschap dat kinderen volgens de islam hun ouders moeten gehoorzamen, dat Syrische imams niet op hen zitten te wachten en dat de Nederlandse samenleving niet gebaat is bij jongeren die zwaar getraumatiseerd terugkeren uit Syrië. 'Deze jongeren zijn niet zomaar ouderwets, ze zijn nog ouderwetser dan wij', zei een 71-jarige vader na afloop.