Koks, artsen, juristen, basischooldocenten en managers in de zakelijke en administratieve dienstverlening ervaren de meeste werkdruk. De aard van die werkdruk is echter bij de verschillende beroepen anders, zo toont onderzoek van het CBS. Er werden verschillende veel voorkomende beroepsgroepen onderzocht, allen met minstens vijftigduizend werknemers.
Koks geven het vaakst aan dat ze erg snel moeten werken. Artsen, juristen, managers in de zakelijke en administratieve dienstverlening en leerkrachten in het basisonderwijs vinden dat ze heel véél werk moeten verrichten. Wat de werkdruk verhoogt, is niet voor alle beroepsgroepen hetzelfde. Basisschooldocenten en artsen geven bijvoorbeeld aan dat hun werk emotioneel zwaar is. Daar komt voor artsen nog bij dat ze lange werkweken maken en soms geïntimideerd worden door patiënten. Bij juristen is bepalend dat zij vele uren doorbrengen achter een beeldscherm.
De laagste werkdruk wordt naar eigen zeggen ervaren door beveiligingspersoneel, gevolgd door auto- en taxichauffeurs, hoveniers, tuinders, kassamedewerkers en leidsters in de kinderopvang. Dat zij onderaan de lijst staan, komt vooral omdat zij minder vaak aangeven dat ze extra hard moeten werken.
De uitkomsten van het onderzoek zijn gebaseerd op de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2014 en 2015.