Meisjes zijn op school slimmer dan jongens. In het schooljaar 2017/18 zaten meisjes uit de derde klas van het voortgezet onderwijs vaker op een hoger niveau dan hun schooladvies dan hun mannelijke klasgenoten. Dat niveauverschil deed zich al voor tijdens het maken van de eindtoets op de basisschool, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Sinds het schooljaar 2014/15 is het advies van de leerkracht van de basisschool leidend bij de toelating tot het voortgezet onderwijs. De eindtoets wordt pas afgenomen nadat de leerkracht een eerste advies heeft gegeven. Dat advies kan worden bijgesteld als de score op de eindtoets hoger is dan het schooladvies.
Uit de cijfers van het CBS blijkt dat in 2014/15 meisjes vaker dan jongens hoger op de eindtoets scoorden dan te verwachten viel op basis van het schooladvies. Toch werden de schooladviezen voor meisjes niet veel vaker bijgesteld (2,8 procent) dan voor jongens (2,5 procent). Hierdoor bleven de definitieve schooladviezen van meisjes en jongens dicht bij elkaar liggen.
In het schooljaar 2017/18 studeerde 16 procent van de meisjes in het derde jaar van het voortgezet onderwijs op een hoger onderwijsniveau dan het definitieve schooladvies. Bij jongens was dat 10 procent.
Zo had bijna 21 procent van de meisjes op vwo-3 een lager schooladvies gekregen, tegen 14 procent van de jongens. Bij de jongens is de situatie andersom: 14 procent van de jongens volgde in de derde klas juist een onderwijsniveau dat lager ligt dan het advies dat ze in 2014/15 in groep 8 kregen. Dat geldt voor iets minder dan 9 procent van de meisjes.