Begint je kind te krijsen als het naar bed moet, liggen zijn blokken door het hele huis verspreid en eindigt de spaghetti steevast tegen de muur geplakt, dan kunnen onderstaande taalkundige tips zeker van dienst zijn. De hypnotherapeute Alicia Eaton legt in haar boek ' precies uit wat je tegen je kroost moet zeggen, zodat ze wél doen wat jij wilt. Benadruk wat je wel wilt en wees daar duidelijk in. Een voorbeeld: Zeg niet 'hoe vaak heb ik al gezegd dat je je spullen niet mag laten slingeren?', maar eerder 'laten we al je Lego opnieuw in de kast stoppen'. Dus niet: 'Haast je met aankleden of je komt te laat op school', maar 'Wat wil je eerst aantrekken? Je broek of je t-shirt?' Zo lijkt het alsof je kind al akkoord ging met aankleden. Hij zal het dan vaker echt doen. 'Wanneer' is een krachtig woord, omdat het klinkt alsof je wens zeker uitgevoerd wordt. Vergelijk: 'Wanneer je je kamer hebt opgeruimd, gaan we eten' en: 'Als je je kamer hebt opgeruimd'. Een goed voorbeeld hiervan is: 'Jij weet, net zoals ik, dat je huiswerk maken veel beter gaat met een opgeruimd bureau'. Zo zal het kind meer overtuigd raken van de noodzaak om te doen wat jij wilt. Opnieuw ga je er zo van tevoren al vanuit dat het kind zal doen wat je vraagt. Het werkt bovendien op zijn schuldgevoel in. Soms kan het enorm helpen als een kind snapt waarom iets belangrijk is. Denk aan: 'Laten we even opruimen, zodat oma straks niet over je speelgoed struikelt'. Regelmatig horen kinderen gewoon echt niet wat je zegt. Trek de aandacht met termen als 'luister even' of 'beeld je eens in'. Succes!
Bron(nen): Het Laatste Nieuws