Minister na uitspraken Wilders en Yeşilgöz: zoek niet extremen op

Politici moeten in de discussie over het Midden-Oosten het "goede voorbeeld geven" en niet de "extremen opzoeken", zegt justitieminister David van Weel tijdens het wekelijkse vragenuur. Daarmee reageert hij op vragen van DENK-Kamerlid Ismail el Abassi, die hem vroeg uitspraken van partijleiders Geert Wilders (PVV) en Dilan Yeşilgöz (VVD) te veroordelen.

Wilders opperde op X dat de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema maar het land moest verlaten, vanwege uit de hand gelopen pro-Palestijnse demonstraties. Yeşilgöz zei bij WNL op Zondag dat de pro-Palestijnse betogingen antisemitisch zijn en steun betuigen aan terreurgroep Hamas. Ook snapte ze VVD'ers die vonden dat de NS antisemitisme faciliteert, door de demonstraties toe te staan op stations. Tegelijkertijd voegde ze toe dat mogelijkheden beperkt zijn om dergelijke demonstraties tegen te gaan.

Van Weel weigerde expliciet afstand te nemen van Wilders of Yeşilgöz, nadat onder meer Rob Jetten (D66) en El Abassi hem hierom hadden gevraagd. "Polariseren helpt niet", zei de minister in algemene zin. Ook wilde hij niet verder reageren op de oproep van Wilders, die de grootste partij van het land leidt. "Ik ga over mijn eigen uitspraken", wilde de minister daar alleen over kwijt.

Eerder dinsdag reageerden andere kabinetsleden op eenzelfde manier. Ook minister Judith Uitermark (NSC, Binnenlandse Zaken) zei dat politici het goede voorbeeld moeten geven. Verder zei ze dat het kabinet over zijn eigen woorden gaat, "en niet die van de heer Wilders". Premier Dick Schoof benadrukte nog wel achter burgemeester Halsema te staan. "Wij steunen burgemeesters in de ingewikkelde keuzes en afwegingen die ze elke dag moeten maken, dat geldt ook voor burgemeester Halsema."