Het Nederlandse spoor barst uit zijn voegen. In de eerste helft van 2019 groeide het aantal gereisde treinkilometers met 4,6 procent harder dan gedacht, waardoor de grenzen van de groei van het treinverkeer jaren eerder worden bereikt dan gedacht, zo meldt de NS. In de huidige prognoses van het Rijk werd erop gerekend dat het spoorplafond pas in 2030 zou worden bereikt. Volgens de NS gebeurt dat echter al in 2027, en mogelijk zelfs al in 2025 als de trend van de eerste helft van dit jaar zich doorzet. Concreet betekent dit dat de NS de dienstregeling straks nauwelijks nog kan uitbreiden, omdat er niet meer treinen op een traject passen. Ook langere treinen op de drukste trajecten is geen oplossing, omdat de perrons op sommige stations te kort zijn. Financiën Voor nu breidt de NS de capaciteit nog fors uit met nieuwe treinen om de groei van het aantal treinreizigers het hoofd te kunnen bieden. Verder pleit de NS ervoor dat het budget van spoorbeheerder ProRail versneld beschikbaar komt om knelpunten in de infrastructuur voor 2027 op te lossen. Financieel ging het de NS voor de wind. De groei op het spoor zorgde ervoor dat de omzet steeg naar ruim 1,3 miljard euro tegenover minder dan 1,2 miljard euro een jaar eerder in dezelfde periode. De nettowinst steeg van 21 miljoen naar 94 miljoen euro. Het betere resultaat was onder meer te danken aan een meevaller van 21 miljoen euro door de verkoop van in Nederland geflopte Fyra-treinen aan het Italiaanse Trenitalia. Problemen De drukte op het spoor betekende dat de kans op een zitplaats in de spits daalde van 95,5 procent naar 95 procent. De punctualiteit nam ook iets af. In de eerste zes maanden kwam 92,9 procent op tijd, inclusief overstappen. Dat was een jaar eerder nog 93,1 procent. Vooral de hogesnelheidslijn zorgde, mede door softwareproblemen nog vaak voor vertragingen. Desondanks waren reizigers meer tevreden over hun reis dan een jaar eerder. Van de reizigers gaf 88 procent een 7 of hoger als rapportcijfer, tegenover 84 procent een jaar eerder.