ARROMANCHES (ANP) - Bij de D-dayherdenking in Normandië is op het laatste moment toch nog een Nederlandse veteraan meegegaan. Het gaat om de 98-jarige Max Wolff, het laatste nog levende lid van de Prinses Irene Brigade. Hij kreeg een lift in een zakenjet van het ministerie van Defensie.
Wolff was de laatste jaren een trouwe bezoeker van de herdenkingen in Normandië, maar dreigde dit jaar verstek te moeten laten gaan, terwijl het een bijzondere editie is. D-day was precies tachtig jaar geleden.
Wolff sloot zich als Nederlandse Jood op 18-jarige leeftijd vrijwillig aan bij de strijd tegen nazi-Duitsland. Hij was eerder al zijn ouderlijk huis in Arnhem verloren toen dat werd gevorderd door de SS. Een deel van de familie sloeg op de vlucht, vele anderen werden vermoord. Wolff werd in juni 1944, niet lang na D-day, lid van de Prinses Irene Brigade. Vrijwel meteen werd hij uitgeleend aan de Britse krijgsmacht. Hij zou uiteindelijk nooit met de Nederlandse brigade meevechten, maar speelde wel een rol in de opmars van de geallieerden in aanloop naar de bevrijding van Nederland in mei 1945.
Herdenking
Wolff vloog donderdagochtend samen met demissionair minister van Defensie Kajsa Ollongren en minster-president Mark Rutte naar Frankrijk. Hij is daarmee dit jaar de enige Nederlandse Tweede Wereldoorlogveteraan die de D-dayherdenking kon bijwonen.
Bij de grote internationale ceremonie op Omaha Beach zijn naar verwachting zo'n tweehonderd veteranen aanwezig. Zij zijn inmiddels in de 90 of zelfs boven de 100. Wolff woont alleen de herdenking van de Prinses Irene Brigade in Arromanches bij. Rutte, Ollongren, koning Willem-Alexander en koningin Máxima zijn wel op Omaha Beach.