Nederland is een grote uitzondering in Europa als het gaat om de zorg voor kleine kinderen. Minder dan een derde van de kinderen jonger dan drie jaar heeft altijd een ouder in de buurt. In de rest van Europa heeft de helft van de kinderen altijd een ouder om zich heen. De verschillen zijn groot: in het oosten en zuiden van Europa zorgen ouders veel vaker voor de kinderen dan in het noord-westen, maar ook in West-Europa valt Nederland op. Zo zorgen in Scandinavische landen de ouders eveneens relatief weinig voor de kinderen, maar daar gaan ze 30 uur per week naar de opvang. Vanwege de enorme bezuinigingen op kinderopvang draaien in Nederland de grootouders op voor de zorg, stelt het Sociaal Cultureel Planbureau. Maar liefst 60 procent van de kinderen wordt regelmatig opgevangen door opa en oma. In Scandinavische landen gebeurt dat bijna niet.