Wij geven onszelf zelden complimentjes. En de regering krijgt al helemaal geen schouderklopjes. Buitenlanders zijn soms ineens wel complimenteus. Neem The New York Times die dit weekeinde een zeer lovend artikel schreef over Nederlands waterbeheer. Er zijn overeenkomsten tussen kustgebieden in
Nederland en de VS: Laag gelegen land, stijgend water. Wat doe je dan? De strekking van het artikel in de NYT: De Amerikanen wachten tot het fout gaat en geven dan miljarden uit om de rotzooi op te ruimen. De Nederlanders denken na, investeren in preventie en zijn zo veel beter af. Anders gezegd: Amerikanen doen domme dingen voor de termijn; Nederlanders slimme dingen voor de termijn. De NYT: "Amerikaanse politici moeten maar eens in Nederland gaan kijken. Dan zien ze hoe de Nederlanders de openbare ruimte verbeteren en het landschap opknappen. En dat allemaal voor een fractie van de miljarden dollars die wij (de Amerikaanse regering dus) ten koste van belastingbetalers uitgeven om schade (na overstromingen) te herstellen." De Amerikaanse verslaggever bewondert de aanpak van de Overdiepse Polder die vrij gemaakt moest worden om als waterbuffer te dienen. Een deel van de boeren kon er toch blijven wonen. Het plan daarvoor bedachten ze zelf: Ouderwetse terpen. Hulde, schrijft de NYT. 'Een goede overheid is bereid harde beslissingen te nemen. Dat is de belangrijkste les die Nederland ons leert'.