Nieuw ruimteschip van Boeing alsnog begonnen aan testvlucht

CAPE CANAVERAL (ANP) - Een nieuw ruimteschip van Boeing is woensdag alsnog begonnen aan zijn eerste testvlucht met mensen aan boord. De Starliner zou begin mei al vertrekken naar ruimtestation ISS, maar dit werd meerdere keren uitgesteld vanwege technische problemen.

Aan boord zijn de Amerikaanse astronauten Barry Wilmore (61) en Sunita Williams (58). Zij moeten donderdag aankomen bij het ISS. Het is de bedoeling dat ze na ongeveer een week terugkeren naar de aarde.

De eerste onbemande testvlucht van de Starliner, in december 2019, ging mis. De capsule had moeten afbuigen richting het ISS, maar de motor bleef branden. Daardoor bleef het vaartuig stijgen en vloog het zijn 'afslag' voorbij. Er zat waarschijnlijk een fout in de software.

Concurrentie

Die vlucht had de generale repetitie voor de bemande testvlucht moeten zijn, maar omdat de missie misging, was er een tweede onbemande testvlucht nodig. Boeing moest als bouwer opdraaien voor de kosten van ruim 400 miljoen dollar.

De tweede vlucht zou in maart 2021 zijn, maar werd meer dan vijf keer uitgesteld. Vlak voor het geplande vertrek in augustus 2021 ging het opnieuw mis: de kleppen bij de brandstoftanks werkten niet en de lancering werd afgeblazen. In mei vorig jaar lukte het alsnog. De Starliner vloog naar het ISS, koppelde aan en landde na bijna een week veilig op aarde.

De Starliner moest de concurrentie aangaan met de Dragon van SpaceX, het ruimtevaartbedrijf van Elon Musk, maar dat vaartuig heeft al meer dan twintig keer naar het ISS en terug gevlogen.