Oekraïense vluchtelingen die vanwege de oorlog in hun land naar Nederland zijn gekomen, hopen op betere huizen, banen en taalcursussen. Dat zegt de Stichting Oekraïners in Nederland op basis van een enquête onder Oekraïense vluchtelingen.
Vrijdag is het een jaar geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel. Sindsdien zijn er veel mensen gevlucht, onder meer naar Nederland. Het grootste probleem waar Oekraïners in Nederland tegenaan lopen is het vinden van een geschikte woning, signaleert de stichting. Ook zitten families vaak verspreid over het land.
Ongeveer de helft van de ruim 1100 respondenten, die online tussen eind december en half januari een vragenlijst invulden, heeft een baan. Ruim een derde zoekt nog actief naar werk. De meeste ondervraagden vonden via via een baan. "Mensen zoeken naar mogelijkheden om hun eigen geld te verdienen en zo geen druk op sociale voorzieningen te leggen", vertelt bestuurslid en Oekraïner Oleksandr Tomasjtsjoek.
Diploma's niet erkend
Het merendeel van de respondenten heeft een universitaire opleiding, maar veel ondervraagden werken nog onder hun niveau. Dat komt onder meer omdat Oekraïne niet bij de Europese Unie hoort en diploma's niet erkend worden. Ook is er een "grote behoefte" aan taalcursussen, omdat Nederlands en Engels voor sommigen een probleem zijn, zegt Tomasjtsjoek. Verder geven vluchtelingen die afgelegen wonen aan dat ze daardoor niet goed naar hun werk kunnen komen, of dat ze geen baan in de buurt van hun woning kunnen vinden.
Oekraïners die nu in Nederland zijn, kunnen ook niet als zelfstandige aan de slag, zegt Tomasjtsjoek. Dat noemt hij "ongelukkig" voor de mensen die bijvoorbeeld als schoonheidsspecialiste, bouwvakker of IT'er als zzp'er werkten. "De Oekraïense gemeenschap verwacht hierop actie van de Nederlandse overheid."
Schoolgaande kinderen
Veel Oekraïners kwamen na de inval van Rusland met kinderen naar Nederland. De meeste ondervraagden zeggen dat hun kinderen naar Nederlandse scholen gaan, maar noemen dit een lastig proces. Tomasjtsjoek kent ook families die hun kinderen liever onlineles laten volgen van hun Oekraïense school, "omdat ze ooit terug willen". "Ze willen geen jaren onderwijs voor hun kind verliezen."
Het merendeel van de ondervraagden is zo'n zeven tot elf maanden in Nederland en is tussen de 19 en 49 jaar. Ongeveer een derde van de ondervraagden zegt in Nederland te willen blijven, ruim een kwart wil terug als het land veilig is. Ruim een derde zegt het nog niet te weten. "Er is een hoge mate van onzekerheid", zegt Tomasjtsjoek. "De algemene boodschap uit de enquête is dat de ondervraagden dankbaar zijn voor alle steun hier."