Dat de Verenigde Staten een stuk sneller een paar drones sturen naar een gewapend conflict ergens ver weg als er olie in de grond zit, is vast meer mensen opgevallen. Maar wetenschappers hebben het nu ook aangetoond in een naar 69
landen die na de Tweede Wereldoorlog een
burgeroorlog hebben gekend. 'Burgeroorlogen vertegenwoordigden meer dan 90 procent van alle gewapende conflicten sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog,' geeft onderzoeksleider professor Petros Sekeris aan. 'Ongeveer twee derde van die burgeroorlogen kenden ook interventies van een derde partij, bestaande uit een andere natie of een externe organisatie.' De onderzoekers van de universiteiten van Portsmouth, Essex en Warwick hebben de besluitvormingsprocessen van de interveniërende landen bestudeerd. 'Regelmatig moet worden vastgesteld dat olie een belangrijke reden lijkt voor buitenlandse mogendheden om zich in een conflict in een land te mengen,' gaat Sekeris verder. Dat is ook logisch volgens de onderzoeker: 'Een militaire interventie is risicovol en vergt een zware financiële inspanning. Geen enkel land zal dan ook tot een inmenging beslissen zonder de kosten tegen de eigen strategische belangen en potentiële voordelen af te wegen.'
'Het onderzoek toont duidelijk aan dat buitenstaanders sneller tot inmenging geneigd zijn wanneer er belangrijke financiële belangen aanwezig zijn,' zegt Sekeris. 'Onder meer bleek dat grotere olievoorraden de kans op een interventie van een derde partij in een burgeroorlog verhogen.'
De onderzoeker vervolgt: 'Ook werd vastgesteld dat een land sneller geneigd is om in een burgeroorlog in een andere natie tussen beide te komen naarmate het zelf meer petroleum importeert.
Voor Islamitische Staat het olierijke Koerdische noorden bedreigde werd de jihadistische beweging in de media amper vermeld. Naar mate IS echter de olievelden naderde, werd de strijd wereldnieuws en beslisten de Verenigde Staten de jihadisten met drones te bestoken.'