Ondanks streng asielbeleid: meeste uitgeprocedeerden keren niet terug

Het blijkt in de praktijk lastig om uitgeprocedeerde asielzoekers terug te sturen, zelfs als er veel aandacht is besteed aan de ontwikkeling van terugkeerbeleid. Minder dan een op de vijf verlaat daadwerkelijk Nederland, in Duitsland is dat slechts 3,5 procent. Dat blijkt uit onderzoek van migratiedeskundigen Arjen Leerkes (Universiteit Maastricht) en Marieke van Houte (Erasmus Universiteit) naar terugkeercijfers tussen 2013 en 2017 van zes nationaliteiten in twaalf Europese landen. Nederland betaalt de vliegtickets, geeft geld voor re-integratie en biedt coaches die meedenken over werk na terugkeer. "Toch keert het merendeel niet aantoonbaar terug", zegt Leerkes in de Volkskrant. "De bereidheid hiervoor ontbreekt. Soms hebben uitgeprocedeerden daar zwaarwegende redenen voor, zoals armoede, onveiligheid of het feit dat ze veel hebben geïnvesteerd om naar Nederland te komen. Bovendien nemen niet alle herkomstlanden ongedocumenteerden zomaar terug." Vooral dat laatste is een bekend probleem. De afgelopen vijf jaar mislukte het meer dan 10.000 keer om uitgeprocedeerde asielzoekers uit te zetten. Vaak weigerde het land van herkomst de persoon terug te nemen of werd niet gereageerd op het verzoek, zo blijkt uit cijfers van de Dienst Terugkeer en Vertrek. In totaal keert 18 procent van de uitgeprocedeerde asielzoekers in Nederland terug naar het herkomstland. Van de Iraakse mensen is dan zelfs meer dan 40 procent. Met 25 procent heeft Noorwegen het hoogste terugkeerpercentage, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk met 19 procent.

Bron(nen): De Volkskrant