Onze zuiderburen drinken het vaakst van heel Europa als ze nog moeten rijden. Een kwart van de Belgen is de afgelopen maand in de auto gestapt met een slok op. Nederlanders en Duitsers doen dat gelukkig veel minder. Dat blijkt uit de ESRA-studie (E-Survey of Road users’ Attitudes) die is uitgevoerd door internationale verkeersveiligheidsinstituten in 32 landen. Toch heeft ook 9 procent van de Nederlanders en de Duitsers de afgelopen maand gereden terwijl ze naar hun eigen idee over de alcohollimiet zaten. Het Europees gemiddelde is 13 procent. De Hongaren en de Finnen houden zich het best aan de verkeersregels voor alcoholgebruik. Slechts 4 procent overschreed afgelopen maand de limiet. Met pakkansen heeft dat allemaal niets te maken. In de afgelopen twaalf maanden moest 24 procent van de Belgen weleens blazen. Gemiddeld voor Europa is dat 18 procent. In Nederland hoef je maar een op de 10 keer te blazen, in Duitsland maar een op de 14 keer. In Polen zit de politie er veel meer bovenop. Bijna de helft van de bestuurders kreeg vorig jaar te maken met een alcoholcontrole. Ook in Finland en Hongarije wordt heel veel gecontroleerd. Het heeft allemaal met cultuur te maken. In Nederland en Duitsland is het not done om na het drinken van alcohol nog in de auto te stappen, in België is die norm wat minder sterk. "We zijn gewoon te tolerant," zegt Stef Willems, woordvoerder van veiligheidsinstituut Vias tegen Het Laatste Nieuws.. "Als je zegt dat je mogelijk gereden hebt met een glas te veel op, zeg je eigenlijk dat je nog kan rijden in beschonken toestand. Zolang mensen dat denken, blijven ze de verkeersveiligheid in gevaar brengen."